‘Ik ben er helemaal klaar mee, hoe gaan we dit oplossen!’
Vorig jaar ben ik met CYCLOsportive op uitnodiging van IDM Südtirol gaan bikepacken in Zuid-Tirol. Er werd mij direct iets duidelijk, dit moet ik delen met zoveel mogelijk andere avonturiers. En zo stond er dit jaar de eerste Expeditie Zuid Tirol op het programma. Een heel mooi en zwaar avontuur in de Dolomieten. Met start en finish in Innsbruck, trokken we vier dagen door de bergen en sliepen op 2300 meter hoogte in berghutten. We moesten stukken lopen, omdat het te steil omhoog of omlaag ging. Overwonnen materiaalpech, maar hadden boven alles heel erg veel lol! Het relaas van dag drie.
Tekst & beeld: Gerrit Vermeulen
Maakt niet uit, gaan jullie maar lekker fietsen en betaal later maar.
Eindelijk! Na twee dagen in een smerig kledingsetje gereden te hebben, is het tijd voor een schoon shirt en broek! Wat een genot. Het stinkende kloffie wordt diep onder in de zadeltas gepropt. Op mijn sloffen van het hotel (alle gasten moeten hun schoenen uitdoen in de Dürrensteinhütte) schuifel ik naar het restaurant. We hebben hier niets te klagen. Een uitgebreid ontbijt staat voor ons klaar. We werken een flink ontbijt naar binnen. Vandaag staat de Koninginnenetappe van de Expeditie Zuid-Tirol op het programma. De uitgestippelde route van de Dürrensteinhütte naar Fortezza bedraagt 112 km met 2.900 hoogtemeters. Succes!
Online bankieren mag ook
Als we al onze tassen hebben ingepakt en op de fietsen hebben gesjord, ga ik nog even afrekenen bij Helga. “Cash graag.” Oeps. “Online bankieren mag ook.” Gelukkig, er is echter één klein probleem. Op ruim 2.000 meter hoogte is de internetverbinding niet optimaal. “Probeer het buiten, dat is vaak beter”, adviseert Helga mij. Maar helaas, ook buiten heb ik geen bereik. “Maakt niet uit, gaan jullie maar lekker fietsen. Zodra je beneden in het dal bent, zal je wel weer bereik hebben met de telefoon. Ik geef je onze bankgegevens mee. Dan kun je betalen zodra je bereik hebt.” Ik maak geen misbruik van dit vertrouwen en betaal direct wanneer we in het dal zijn aangekomen.
Ik zie vooral veel bloed
In het dal aankomen blijkt trouwens lastiger dan verwacht. De afdaling richting het dorpje Carbonin ligt er verradelijk bij. De weg is onverhard en in de eerste bocht van de afdaling gaat het mis. We zijn nog geen 50 meter onderweg en ik kom met mijn voorwiel in een dikke laag grind terecht. Mijn wiel zakt weg en hoewel ik met weinig snelheid val, doet de kennismaking op de stenen best pijn. Snel stap ik weer op de fiets, ik wil mijn knie vooral in beweging houden. Beneden check ik straks de schade wel. Een jaar eerder fietsten we hier over een prima gravelweg. Maar veelvuldige regenval heeft sporen nagelaten. Letterlijk. Voorzichtig manoeuvreren we om diepe geulen in de weg. Er is weinig meer over van de mooie gravelweg met kleine kiezels. Naast de geulen, moeten er ook regelmatig grote stenen ontweken worden. We komen allemaal zonder kleerscheuren beneden. Nou ja, ik kijk naar mijn knie. Mijn beenstuk is kapot en als ik hem uitdoe, zie ik vooral veel bloed… De knie beweegt goed en heb er verder niet veel pijn aan. Niks ergs kapot. Met een alcoholdoekje maak ik de wond schoon en met een verband om mijn knie kan ik weer verder. De koers wacht op niemand.
De oude spoorlijn naar Cortina d’Ampezzo
We vervolgen onze weg over de oude spoorlijn tussen Carbonin en Cortina d’Ampezzo. Het is nu een prachtige gravelweg door het bos. Genieten! De weg gaat glooiend richting het dal. We moeten vandaag 2.900 hoogtemeters overwinnen. Die worden op de oude spoorlijn niet gemaakt. Dat wordt straks dus pijn leiden. We verlaten vlak voor Cortina d’Ampezzo het gravelpad en duiken het Natuurpark Dolomiti d’Ampezzo in. Na de parkeerplaats zien we een weg voor ons die recht omhoog lijkt te gaan. Het gaat hier bijna vier kilometer lang aan 15% omhoog! Gelukkig over asfalt, maar dan nog! Pascal fietst met Rick en Klaas-Jan weg bij Bob en mij. Maar Bob kan ook mijn tempo niet volgen. Op een iets minder steil deel van de klim, wacht ik op hem. Hij komt lopend de bocht door. Bob heeft het zwaar. Als hij mij passeert, stapt hij weer op de fiets. Samen ploeteren we door naar de afgesproken plek om op elkaar te wachten. Bij Rifugio Ra Stua worden we door de rest met gejuich ontvangen. Wat een klim!
Rifugio Ra Stua!
Vanaf Rifugio Ra Stua strekt zich weer een geweldig gravelpad voor ons uit. We zitten nog lang niet aan de 2.900 hoogtemeters. De benen kunnen even tot rust komen. Maar na een paar kilometer begint de weg weer serieus te stijgen. Bob krijgt het weer zwaar. Maar mentaal is deze Achterhoeker niet te kraken. Op een huurfiets, die ook al mankementen vertoont, weert hij zich kranig. Het onverharde pad wordt alsmaar steiler en op een gegeven moment moet iedereen van de fiets. Lopen! Dan weer lopend en dan weer een klein stukje fietsend banen we ons een weg naar boven. We hebben het allemaal zwaar, maar wat is de natuur hier prachtig! Alleen maar pieken van ruim 2.000 meter om ons heen. We wanen ons echt even offgrid. Heerlijk. Als we over de top rijden, zien we Rifugio Fodara Vedla voor ons liggen. Een Rifugio met een geschiedenis die ver teruggaat. Tijdens de eerste wereldoorlog bouwde het Oostenrijks-Hongaarse leger hier een kampement met barakken. Na de oorlog werden de barakken eigendom van de familie Mutschlechner. Tot aan vandaag runt de familie hier het Rifugio Fodara Vedla. Wij stoppen hier niet, maar dalen af naar Rifugio Pederü.
Omhoog en omlaag: lopen
Poeh! Waar het eerst steil omhoog ging, gaat het nu steil naar beneden! Elkaar kort opvolgende haarspeldbochten zijn een behoorlijke uitdaging op de gravelbike. We komen wandelaars tegen die ons hoofdschuddend nakijken. De één verklaart ons voor gek, de ander knikt vol bewondering. Ook op dag drie doet de Expeditie Zuid-Tirol zijn naam weer meer dan eer aan. Op sommige stukken van de afdaling staan mijn wielen stil, geblokkeerd door het remmen, maar blijft de fiets naar beneden glijden. Niet fijn als je niet zelf in de hand hebt of je stilstaat of niet. Als we weer een stukje ‘redelijk normaal’ gefietst hebben, blijkt het nog steiler te kunnen. De laatste acht bochten naar Pederü zijn simpelweg te steil om te fietsen. Lopend proberen we af te dalen. Niet eenvoudig. De fiets wil sneller naar beneden dan mijn voeten. Een bocht lager zie ik Bob. Hij neemt lopend de binnenbocht en voor ik kan roepen dat hij de minder steile buitenbocht moet nemen, is het al te laat. Hij glijdt onderuit, gaat over de kop en zijn fiets rolt met hem mee. De schade bij Bob lijkt mee te vallen, maar zijn fiets wil niet meer schakelen.
Shimano GRX, niet kapot te krijgen
Tijdens de lunch bespreken we met zijn allen hoe we de rest van de dag gaan invullen. Vanmorgen zijn we om 8.15 uur op de fiets gestapt. Het is 13.00 uur en we hebben slechts 33 kilometer afgelegd. Het terrein heeft zijn tol geëist. We besluiten af te dalen naar St Vigil en een klim uit de route te schrappen. De fiets van Bob heeft te veel mankementen om verantwoord nog een onverharde, steile klim te fietsen. Veiligheid boven alles. In St Vigil stoppen we bij een fietsenmaker. Met veel geweld krijgt hij de versnellingen van de Specialized Diverge weer aan de praat. Met hernieuwde moraal zetten we koers naar de laatste klim van de dag. We mogen dan één klim geschrapt hebben, we zullen toch echt over de Passo delle Erbe moeten fietsen om in Fortezza aan te komen.
Passo delle Erbe, een brute klim
De Passo delle Erbe is een brute klim. Geen gravel meer voor ons. De weg omhoog zal volledig over het asfalt gaan. Al snel voltrekt zich het inmiddels bekende patroon. Het drietal Pascal, Rick en Klaas-Jan verdwijnt aan de horizon. Bob en ik blijven achter. Samen met Bob fiets ik naar de top. Steeds maar tegen hem zeggend dat het uitzicht op de top prachtig is. Eenmaal boven, is daar geen woord aan gelogen. Het uitzicht op de voor de Dolomieten zo kenmerkende rotsformaties is adembenemend. We trekken een jasje aan. Het begint al te schemeren en dan koelt het snel af in de bergen. We dalen in rap tempo af richting Brixen. Maar voor we Brixen bereiken, verlaten we nog één keer het asfalt om via een gravelweg onze rit te vervolgen. We rijden dwars door een kleine beek. Aan de overkant gaat het weer mis met de fiets van Bob. Zijn ketting is drie keer om de crank gedraaid en zit helemaal vast in het kettingblad. Met grote moeite weet Pascal de fiets weer rijdend te krijgen.
Niet gekleed op ‘the occasion’
De duisternis valt in als we Brixen bereiken. Nog 17 kilometer dan zijn we in Hotel Sachsenklemme in Fortezza. Klaas-Jan ziet het even niet meer zitten en laat dat merken ook. “Jongens, ik ben er helemaal klaar mee. Hoe gaan we dat oplossen! Waar is het treinstation, want ik fiets niet meer.” Hoe gaan we dat oplossen? Gewoon, fietsen man! Het is nog een klein stukje. Er hoeft nauwelijks nog geklommen te worden. We zijn zo in het hotel. We zijn er met zijn allen aan begonnen en we gaan het met zijn allen afmaken. Met deze woorden geeft de maat van Klaas-Jan, Rick, het laatste mentale zetje in de juiste richting. We stappen op de fiets en komen om 20.30 uur hongerig en vermoeid aan in het hotel. Eerst eten en dan pas douchen. Het restaurant ziet er van buiten uitgestorven uit. Bij binnenkomst blijkt het helemaal vol te zitten. Er zijn nog een paar tafels vrij en wij kunnen gaan zitten. Met vreemde, verwonderde en verbaasde blikken wordt er naar ons gekeken. We zijn niet echt gekleed op ‘the occasion’. Het boeit ons even helemaal niet!
• lees hier de eerder verschenen reportages van dag één en dag twee.
Volgend jaar gaan we weer op expeditie naar Zuid-Tirol. Als jij enthousiast wordt van onze avonturen, schrijf je dan snel in voor Expeditie Zuid-Tirol 2022. Er is plek voor 6 deelnemers. Met twee begeleiders zullen we de reis van CYCLOsportive in goede banen leiden!