Expeditie Zuid-Tirol, in alles één groot en lang avontuur!

Vorig jaar ben ik met CYCLOsportive op uitnodiging van IDM Südtirol gaan bikepacken in Zuid-Tirol. Er werd mij direct iets duidelijk, dit moet ik delen met zoveel mogelijk andere avonturiers. En zo stond er dit jaar de eerste Expeditie Zuid-Tirol op het programma. Een heel mooi en zwaar avontuur in de Dolomieten. Met start en finish in Innsbruck, trokken we vier dagen door de bergen en sliepen op 2300 meter hoogte in berghutten. We moesten stukken lopen, omdat het te steil omhoog of omlaag ging. Overwonnen materiaalpech, maar hadden boven alles heel erg veel lol! Het relaas van dag één.

Tekst & beeld: Gerrit Vermeulen

Er zal bij iedereen een moment gaan komen waarop hij zal denken: “Ik ben er helemaal klaar mee, hoe gaan we dit oplossen.”

Het is 5.00 uur in de ochtend als ik op 28 augustus mijn auto voor het huis van Pascal parkeer. Samen met Pascal vorm ik de komende dagen de begeleiding van een aantal ware avonturiers die het aandurfden om de reis Expeditie Zuid-Tirol te boeken. In vier dagen gaan we ruim 400 kilometer fietsen en overwinnen ruim 8.000 hoogtemeters. Niet niks! De deelnemers moeten niet alleen over een berenconditie beschikken, ze moeten ook mentaal niet kapot te krijgen zijn!

Onderweg naar Innsbruck hebben Pascal en ik genoeg tijd om de hele trip nog eens goed door te nemen. In de kofferbak ligt een doos met daarin de tasjes voor de deelnemers. In de tasjes o.a. het routeboek. Waarin bijna per km staat aangegeven waar we gaan fietsen. Daarnaast een flesje schnapps. We gaan elkaar de komende dagen nodig hebben. In een expeditie als deze moet je samen zorgen dat je iedere dag op de plek van bestemming aankomt. Er zal bij iedereen een moment gaan komen waarop hij zal denken: “Ik ben er helemaal klaar mee, hoe gaan we dit oplossen.”. Op die momenten moeten we er voor elkaar zijn en zullen we elkaar moeten motiveren. Schnapps kan daarbij helpen.

We hebben er zin in

Pascal en ik arriveren vroeg in de middag in ons hotel in Innsbruck en wachten op de deelnemers. Bob, Rick en Klaas-Jan druppelen laat in de middag binnen. De fietsen kunnen we stallen in de vergaderzaal van het hotel. Alle setups worden bekeken en beoordeeld. “Hoe maak jij die tas vast?”, “Oh zit dat bij jou zo!”, “Vette fiets man!”. Aan alles is te merken dat de mannen er heel veel zin in hebben, maar ook de spanning is voelbaar. Spanning van weten dat je iets heel erg tofs gaat doen, maar hoe dat er precies uit gaat zien is nog onduidelijk.

Ook voor mij als organisator. Vorig jaar heb ik weliswaar een groot deel van de route al gereden. Maar dit jaar heb ik een deel van de route aangepast. Nog vetter, nog meer afgelegen en nog meer ruig terrein. Voor de onbekende delen van de route heb ik mijn inspiratie gehaald uit de routes die ik gevonden heb op Komoot. De reviews en foto’s op dit platform zijn een waardevolle toevoeging voor de routebouwer.


YES! We gaan op avontuur!

Als de wekker op onze hotelkamer om 7.30 begint te piepen, sta ik direct naast mijn bed. YES! We gaan op avontuur! Een paar uur later fietsen we Innsbruck uit op weg naar de bergen, op weg naar de top van de Pfitscherjoch. Althans dat is de bedoeling. Een tramrails blijkt een groter obstakel dan een smal bergweggetje met rechts een diepe afgrond. Achter mij hoor ik een gekletter en een paar achterhoekse scheldwoorden. Bob is met zijn wiel tussen de tramrails gekomen en ligt languit op het asfalt. Fiets kapot, einde oefening lijkt het. Maar niet bij CYCLOsportive. Binnen een uur hebben we een nieuwe fiets voor Bob geregeld bij een locale verhuurder, Die Boerse. Top! We kunnen verder. Na vier uur fietsen, doemt de slotklim naar de top van de Pfitscherjoch voor ons op. Tot die tijd hebben we door de vallei gefietst met hier en daar een gravelstrook en zijn we dwars door een klooster gefietst. Poortje open, poortje dicht, pleintje over, poortje open, poortje dicht en weer door.

Op naar het Pfitscherjochhaus

De Pfitscherjoch vormt de verbinding tussen het Pfitschertal en de Zamser Grund. De pashoogte vormt de grens tussen de Italiaanse provincie Bolzano en de Oostenrijkse deelstaat Tirol. Wat deze 2.251 meter hoge berg zo gaaf maakt, is dat de top vanuit Oostenrijk niet met de auto te bereiken is. Bij Mayrhofen begint de lange klim naar de top. Een jaar eerder was het hier beestenweer. We hadden grote twijfels of we het Pfitscherjochhaus wel zouden bereiken. Nu is het weer iets beter, maar zo nu en dan valt er een spat regen. We duiken een smal onverhard pad in, weg van de hoofdweg. Het pad is na een paar kilometer geblokkeerd door schrikdraad en een stuk of twintig koeien… Ik zie dat iedereen naar mij kijkt, als er gevraagd wordt wie er als eerste zich een weg baant door de koeien. Ze staan boven op elkaar. Mijn fiets houd ik tussen mij en de koeien in. Een aantal koeien gaan geen cm aan de kant. Met mijn fiets duw ik ze aan de kant. Ik merk dat wanneer ik ‘chop, chop’ roep, de koeien aan de kant gaan. Blijkbaar kan ik praten met koeien. Het koeien-pad ligt vol met stront… Als we weer gaan fietsen, vliegen de spetters stront ons om de oren. Fijn!

Vier fraaien bochten brengen ons naar het stuwmeer

We passeren het kleine dorpje Ginzling. Om een tunnel te omzeilen, slaan we niet veel later scherp rechtsaf een onverharde weg op. Het is hier stampen op de pedalen om nog enige snelheid te behouden. Iedereen sjouwt al snel 8 kg aan bagage met zich mee. Dan is klimmen op een gravelpad a 12% best een uitdaging. Langzaam, hijgend en puffend fietsen we omhoog. Vijf kilometer later bereiken we weer de asfaltweg. Het volgende obstakel is het Schlegeisspeicher-stuwmeer. Vier fraaie haarspeldbochten brengen ons naar stuwdam. Hier is het einde oefening voor het autoverkeer. De laatste vijf kilometer naar de top zijn alleen te voet of met de fiets begaanbaar.

Twee uur over de laatste 5 km

Bij het stuwmeer is een klein winkeltje. We vragen aan de dame achter de kassa of ze onze bidons wil bijvullen. Geen probleem. Ze vraagt ons waar de reis naartoe gaat. Als we vertellen dat we naar het Pfitscherjochhaus gaan, fronst ze haar wenkbrauwen. Het weer is niet best, het is behoorlijk koud geworden en ze vertelt ons dat het sneeuwt op de top en dat ze niet zeker weet of het pad naar de top wel begaanbaar is… Ze drukt ons op het hart voorzichtig te zijn. We nemen haar goede raad ter harte en vertrekken voor de laatste vijf kilometer. Ik weet wat er komen gaat. De laatste vijf kilometer gaan een beproeving worden. Ik vertel de anderen dat er vanaf nu ook stukken gelopen moeten worden. Één van de deelnemers vraagt mij hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat ik vorig jaar ruim twee uur heb gedaan over de laatste vijf kilometer. “Wacht maar af, dat ga je zo wel zien”, is mijn enige antwoord.

We zijn in de middle of no-where

Langs het smalle riviertje met de Zamserbach beginnen we onze weg omhoog. Het vriendelijke gravelpad gaat al snel over in een lastig begaanbaar en smal pad met grote keien en rotsblokken. We moeten regelmatig van de fiets om een stuk te lopen. Als we weer opstappen, staan we na nog geen 100 meter weer naast de fiets. We lopen hier tussen machtig hoge toppen over een smal pad richting de Italiaanse grens. Het lopen zou normaal gesproken geen groot probleem zijn. Maar lopen op fietsschoenen is dat wel. Ook al zijn het mountainbike schoenen. Met spd-sl pedalen was het helemaal onmogelijk geweest. Het lopen valt mij niet heel erg zwaar, maar Klaas-Jan heeft duidelijk meer moeite. Zijn nieuwe schoenen met stijve carbonzolen hebben het zwaar te verduren. En net als het weer om ons heen, staat het gezicht van Klaas-Jan op onweer. Ik blijf bij hem in de buurt, maar kom niet te dichtbij. Klaas-Jan kan nu even mijn slechte grappen niet waarderen. We gaan verder en het terrein wordt ruwer en ruwer. We klauteren met al onze spullen over rotsblokken, slepen onze fietsen over steile trappen omhoog en passeren bergbeekjes over smalle planken. We zijn in the middle of no-where!

We made it!

Met nog één kilometer te gaan, zien we het Pfitscherjochhaus in de verte liggen. Nog één steile klim over een weg vol met losse stenen overwinnen en dan kunnen we aan de pasta en een welverdiend biertje. Een jaar eerder was deze laatste kilometer zwaar, maar goed te fietsen. De natuur doet hier hoog in de bergen met de wegen wat zij wil. Delen van de weg zijn weggespoeld. Het is ploeteren. Gelukkig heeft de dame van het winkeltje bij het stuwmeer het mis. Er ligt geen sneeuw. En hoewel we ook in de laatste kilometer nog stukken moeten lopen, we weten dat we de finish gaan halen. Een groot wit bord heet ons welkom in Südtirol. Nog maximaal 100 steile meters naar het Pfitscherjochhaus. We made it!

Wil jij samen met ons dit avontuur beleven? Volgend jaar gaan we weer!

0